De meeste landen hebben wetgeving waarin wordt gesteld dat overal waar er risico's voor de gezondheid en veiligheid kunnen zijn die niet op andere manieren kunnen worden beheerst, het gebruik van PBM's vereist is. Hoewel de wetgeving een leidraad biedt voor elektrische veiligheidsprocedures, heeft elke werkomgeving zijn eigen gevaren en daardoor kunnen de PBM-vereisten verschillen. Om de elektrische veiligheid op de werkplek te allen tijde te kunnen waarborgen, moet voor elk werkscenario een specificatie zijn vereist. Zo zal bijvoorbeeld gewone werkkleding niet volstaan bij het uitvoeren van elektrische werkzaamheden, waarbij immers het risico bestaat dat men wordt blootgesteld aan de effecten van een vlamboog. Hieronder vindt u een korte samenvatting van de wettelijke vereisten van twee grote regio's waar de vlamboognormen worden toegepast.
In de VS is de belangrijkste regelgeving van de overheid de Occupational Safety and Health Act van 1970, die te vinden is in de US Code Title 29 (Labor) Chapter 15 (Occupational Safety and Health) en die voorziet in een algemene verplichting voor werkgevers en werknemers om zich aan deze wet te houden. Daarnaast is er de OSHA 29 CFR 1910.132 (Algemene vereisten voor PBM's), waarin een algemene zorgplicht wordt beschreven en wordt gesteld dat wanneer er een gezondheidsrisico bestaat, de werkgever de juiste opleiding en PBM's moeten aanbieden.
In Europa is de wetgeving inzake PBM's in twee delen verdeeld. In het ene deel zijn de verplichtingen van werkgevers en werknemers vastgelegd en het andere deel heeft betrekking op de marketing van PBM's in de EU.
De EU-richtlijnen voor PBM-gebruikers (89/656) en de respectieve nationale PBM-wetgevingen (bijvoorbeeld de Personal Protective Equipment at Work Regulations 2002 in het Verenigd Koninkrijk) vereisen dat overal waar er risico's voor de gezondheid en veiligheid kunnen zijn die niet op andere manieren kunnen worden beheerst, PBM's verplicht zijn. De verantwoordelijkheid voor de levering van dergelijke apparatuur ligt bij de werkgever of de zelfstandige ondernemer.
De PBM-voorschriften vereisen ook dat PBM's:
Bovendien moeten alle aangeschafte PBM's zijn voorzien van een CE-markering (zie afb. 1). De CE-markering geeft aan dat de PBM's voldoen aan de relevante essentiële veiligheids- en gezondheidsvereisten van de PBM-wetgeving (of de huidige Richtlijn 89/686 tot 20 april 2019 of Verordening 2016/425 na 21 april 2018). Ten aanzien van PBM's van categorie II en III, geeft de CE-markering ook aan dat de PBM's zijn getest en gecertificeerd door een onafhankelijke aangemelde instantie.
Toepasselijke normen voor beschermende kleding tegen blootstelling aan een elektrische boog
Er zijn twee belangrijke sets van normen die kunnen worden gebruikt om ervoor te zorgen dat vlamboogbeschermende kleding voldoet aan de wettelijke vereisten: de ASTM- en IEC-normen.
Deze energie geeft de ernst van de vlamboog aan voor de afstand van de werknemer tot de vlamboog. 1,2 cal/cm² op de huid gedurende 1 seconde resulteert ruwweg in de drempelenergie voor het begin van tweedegraads brandwonden.
|
ASTM / NFPA |
IEC |
---|---|---|
Toepassingsgebied |
Landen die specifieke regionale/nationale richtlijnen en wetgeving hebben (of er aan werken) die verwijzen naar de NFPA- en ASTM-normen |
Landen die specifieke regionale/nationale richtlijnen en wetgeving hebben (of er aan werken) die rechtstreeks verwijzen naar IEC-normen en/of regionale/nationale normen op basis van IEC-normen (bijv. NEN-normen) |
Kader voor de beoordeling van gevaren |
Gevarenbeoordeling en selectie van PBM's tegen elektrische vlambogen conform NFPA 70E of IEEE 1584 |
IEEE 1584 is een optie voor de berekening van de gevaren |
Testmethoden voor kleding die is gemaakt als bescherming tegen het gevaar van een elektrische vlamboog |
Beschermende werking beoordeeld door middel van een "open‑boogtest".
ASTM F2621 (voor kleding) Doorgaans de "open-boogtest" genoemd. ASTM F1959/F1959M: het bepalen van de mate van bescherming die het kledingmateriaal biedt tegen vlambogen. Deze zal gelijk zijn aan de ATPV of EBT, afhankelijk van welke van beide de laagste waarde is.
ASTM F2621: de integriteit van de kleding beoordelen wanneer deze wordt blootgesteld aan een hoeveelheid invallende energie die gelijk is aan de vlamboogclassificatie van het kledingmateriaal
|
Beschermende werking beoordeeld door middel van een "open‑vlamboogtest" en/of een "boxtest".
Doorgaans de "open-boogtest" genoemd.
Methode A: het bepalen van de mate van bescherming die het kledingmateriaal biedt tegen vlambogen. Deze zal gelijk zijn aan de ATPV of EBT50, afhankelijk van welke van beide de laagste waarde is Opmerking: in de herziene norm die in 2018 wordt verwacht, zal de ELIM worden toegevoegd als een van de mogelijke beschermingsclassificaties tegen vlambogen.s. Zie opmerking 1 onder de tabel
Incident Energy amount equal to the arc rating of the clothing material. See Note 1 below table
IEC 61482-1-2 (identiek aan de regionale EU-norm EN 61482-1-2): testmethode voor stoffen en kleding. Doorgaans de "box test" genoemd. Gericht op het simuleren van twee niveaus van een specifiek blootstellingsscenario. Vlamboogbescherming (of boxtest) Vlamboogbescherming (of boxtest) Zie opmerking 2 onder de tabel |
Hoe wordt beschermende kleding tegen vlambogen geïdentificeerd? |
Kleding die voldoet aan ASTM F 1506 kan worden geïdentificeerd aan de hand van de toegekende beoordelingswaarde, uitgedrukt in cal/cm², op het kledingstuklabel (ATPV of EBT – afhankelijk van welke lager is). Zie opmerking 4 onder de tabel |
Kleding die voldoet aan IEC 61482-2 kan worden geïdentificeerd door het onderstaande pictogram (te vinden op het label van het kledingstuk), door de toegekende beoordelingswaarde (ATPV of EBT50 – afhankelijk van welke lager is) uitgedrukt in cal/cm², en/of door de vlamboogbeschermingsklasse ("boxtest").
IEC 61482-2
Opmerking: het bovenstaande pictogram voor werken met spanning wordt vervangen en zal in de editie 2018 van IEC 61482-2 worden vervangen door het onderstaande nieuwe pictogram:
ATPV en/of EBT50 (cal/cm²) en/of boxtestklasse 1 of 2 Opmerking: in de herziene norm die in 2018 wordt verwacht, zal de ELIM (cal/cm²) worden toegevoegd als een van de mogelijke beschermingsclassificaties tegen vlambogen. Zie opmerking 3 en 4 onder de tabel
|
Opmerking 1: de classificaties voor de mate van bescherming die het kledingmateriaal biedt tegen vlambogen – ATPV, EBT//EBT50 en de toekomstige ELIM die met de open-boogtestmethode worden bepaald – maken een goed onderscheid mogelijk tussen de beschermende werking van de verschillende materialen en kleding. Hierdoor kan de keuze van de beschermende kleding tegen vlambogen specifiek worden afgestemd op het vereiste beschermingsniveau dat in de risicobeoordeling (IEEE1584) is vastgesteld.
Opmerking 2: bij een boxtest worden verschillende materialen en kleding slechts in twee thermische-prestatieklassen voor vlambogen ingedeeld. Er zijn veel scenario's waarbij beschermende kleding van klasse 2 niet voldoende bescherming tegen vlambogen biedt bij het werken met of in de buurt van elektrische apparatuur die onder spanning staat. Daarnaast kan de gebruikelijke risicobeoordelingsprocedure (IEEE 1584) niet worden gekoppeld aan de twee thermische prestatieklassen voor bescherming tegen vlambogen.
Een fout die vaak wordt gemaakt, is de veronderstelling dat een klasse 1-stof + klasse 1-stof of ‑kledingstuk samen een klasse 2-stof of -kledingstuk vormen. In veel gevallen is klasse 1 + klasse 1 ≠ klasse 2. Bovendien is er geen klasse 3-stof of -kledingstuk.
Opmerking 3: materialen of kleding van dezelfde vlamboogbeschermingsklasse bieden niet altijd dezelfde mate van bescherming tegen de thermische gevaren van vlambogen. Twee verschillende materialen kunnen vlamboogbeschermingsklasse 2 zijn, maar één van de twee materialen kan een grotere mate van bescherming tegen vlambogen bieden (ATPV of EBT50). De boxtestmethode maakt geen volledig onderscheid mogelijk tussen de beschermende werking van verschillende materialen of kledingstukken..
Opmerking 4: voor de meeste materialen en kledingstukken kunnen de ATPV- en EBT-waarden bepaald door ASTM F1959/F1959M, en de ATPV- en EBT50-waarden bepaald door IEC 61482-1-1, als identiek worden beschouwd binnen de mate van onzekerheid die inherent is aan de testmethode.
For some multi-layer materials or multi-garment assemblies, or when the number of wash cycles prior to testing have a major influence on arc rating values, there may be differences between values obtained by ASTM F1959/F1959M and IEC 61482-1-1.
The uncertainty inherent in the test method is on average about 10%. So, for the practical purpose of selecting protective clothing, all materials and garments with arc rating values within 10% of each other can be considered as providing roughly equivalent electric arc protection.
Wat zijn elektrische vlambogen?
Meer informatie over een van de ernstigste en minst begrepen elektrische gevaren.
Arc-Man®
Zie hoe brandwerende kledingstukken presteren onder verschillende testomstandigheden en hoe de brandwonden onder elk van deze omstandigheden worden voorspeld.
Normen voor vlamvertragende kleding
DuPont werkt samen met bedrijven, overheden, academici en wetenschappers om een breed scala aan kleding en producten te ontwikkelen die mensen beschermen. Lees meer over de belangrijkste thermische voorschriften om te weten te komen hoe dat in zijn werk gaat.