Normen en voorschriften voor bescherming tegen hitte en vuur

Normen en voorschriften voor bescherming tegen hitte en vuur

 
 
 

Wat zijn EN ISO 11612 en EN ISO 11611?

Deze internationale norm voorziet in minimale prestatievereisten voor kleding die wordt gebruikt om het lichaam van de drager, met uitzondering van de handen, voeten en het hoofd, te beschermen tegen hitte en vuur. Dit geldt voor kleding die kan worden gedragen voor een groot aantal verschillende eindtoepassingen waar, naast het vermogen om het verspreiden van vuur te beperken, ook bescherming tegen een van de volgende zaken is vereist: blootstelling aan stralings-, convectie- of contactwarmte; of blootstelling aan spatten van gesmolten metaal (aluminium of ijzer). Naast deze ruime norm zijn er nog andere normen waarin naar vrij specifieke producten of eindtoepassingen wordt verwezen.

Voor elk van de in deze norm genoemde gevaren zijn er drie prestatieniveaus, die aangeven of de blootstelling laag, gemiddeld of hoog is. Er is ook een vierde prestatieniveau waarmee rekening moet worden gehouden voor bescherming tegen extreme blootstelling aan stralingswarmte. Dit niveau geldt voor hoogwaardige materialen zoals gealumineerde materialen. Binnen ISO11612 is er een optionele test conform ISO 13506-1 of -2, met een minimale blootstelling van 4 seconden, waarbij een testpop door vlammen wordt omhuld. Om het juiste beschermingsniveau te kiezen, moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd.

ISO 11611: norm voor beschermende kleding voor gebruik bij het lassen en verwante processen

Deze norm is van toepassing op kleding die is bedoeld om de drager ervan te beschermen tegen:

  • spatten (kleine spatten gesmolten metaal) die verschillende lastechnieken simuleren
  • korte contacttijd met de vlam
  • stralingswarmte van een elektrische vlamboog die wordt gebruikt voor het lassen en verwante processen,
  • en die de mogelijkheid van een elektrische schok door kortstondig, toevallig contact met onder spanning staande elektrische geleiders bij spanningen tot ca. 100 V gelijkstroom binnen normale lasomstandigheden zo veel mogelijk beperkt.

ISO 11611 specificeert minimale prestatievereisten voor beschermende kleding die is ontworpen om het lichaam van de drager te beschermen, zoals schorten en mouwen op basis van twee klassen die de blootstelling aan twee spatniveaus weerspiegelen. Deze norm dekt niet de vereisten voor bescherming van voeten, handen, gezicht en/of ogen – de specificaties hiervoor worden beschreven in andere internationale normen.

EN 14560: richtlijnen voor het gebruik van oplossingen, verzorging en onderhoud van beschermende kleding tegen hitte en vuur

Deze norm is ontwikkeld om samen met alle EN-normen en de meeste ISO-normen met betrekking tot kleding te worden gebruikt, om de eindgebruiker te helpen de juiste beschermende kleding tegen hitte en vuur te selecteren. EN 14560 verschaft informatie over de gevaren- en risicoanalyse, welke informatie verschillende hitte- en vuurtests opleveren en een samenvatting van alle standaardvereisten voor productkleding.

Wat is NFPA 2112 / 2113?

NFPA 2112: norm voor brandwerende kleding ter bescherming van industrieel personeel tegen kortstondige blootstelling aan thermische gevaren veroorzaakt door brand. Deze norm specificeert minimumvereisten voor brandwerende stoffen die worden gebruikt om werknemers te beschermen tegen blootstelling aan een kortdurende brand.  Meer specifiek omvat deze norm het ontwerp, de constructie en de evaluatie van een gestandaardiseerd kledingstuk dat is gemaakt van de te testen stof.

Om aan de vereisten in NFPA 2112 te voldoen, moeten de standaardkledingstukken wanneer ze worden getest aan de hand van blootstelling aan een korte brand van 3 sec. en bij 84 KW:

  • 50% of minder van de voorspelde lichaamsverbranding bereiken; 
  • niet smelten, druipen of naverbranden.

Bovendien moet het uiteindelijke kledingstuk:

  • zijn voorzien van een passend label, op een goed zichtbare plaats;
  • voldoen aan alle vereisten en tests die in NFPA 2112 zijn gespecificeerd; 
  • voldoen aan alle vereisten en tests die in NFPA 2112 zijn gespecificeerd; 

 NFPA 2113: normen voor het selecteren, gebruiken, verzorgen en onderhouden van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) ter bescherming tegen kortstondige blootstelling aan thermische gevaren veroorzaakt door brand.

Deze norm is ontwikkeld om de gezondheids- en veiligheidsrisico's in verband met onjuiste selectie, gebruik en onderhoud, evenals de verontreiniging en beschadiging van brandwerende kledingstukken die voldoen aan NFPA 2112, tot een minimum te beperken.

In het kader van NFPA 2113 is een gevarenbeoordeling nog steeds zeer belangrijk en moet deze worden uitgevoerd om een gekwantificeerd energieniveau te bepalen voor de verschillende taken die werknemers uitvoeren.

Wat is ISO 13506-1/ ISO 13506-2?

Thermo-Man® is uitgevonden door DuPont™ en werd in de jaren '70 samen met de Amerikaanse overheid ontwikkeld om het leger te beschermen tegen brandwonden en vormde vervolgens de basis voor de ASTM- en ISO-testmethoden. DuPont is actief betrokken geweest bij de ontwikkeling van de normen, maar ook bij de herziening ervan.  Deze ISO-norm is opgesplitst in twee delen – de testmethode voor volledige kledingstukken en het voorspellen van brandwonden.

ISO 13506-1 norm voor beschermende kleding tegen hitte en vuur

Deel 1: testmethode voor complete kledingstukken – meting van de overgedragen energie met behulp van een met instrumenten uitgeruste testpop

Deze norm specificeert de algemene vereisten, de uitrusting en de berekeningsmethoden die nodig zijn om resultaten op te leveren die kunnen worden gebruikt om de prestaties van volledige kledingstukken of combinaties van beschermende kleding die aan steekvlammen worden blootgesteld, te evalueren.

Deze testmethode voorziet in een classificatiesysteem om de thermische bescherming te duiden die wordt geboden door enkel- en meerlaagse kledingstukken gemaakt van brandwerende materialen. Deze waardering wordt gebaseerd op de meting van de warmteoverdracht naar een levensgrote testpop die gedurende een bepaalde tijd bij 84 kW wordt omhuld door gasvlammen en waarbij ten minste 110 sensoren worden gebruikt om de overgedragen warmte te meten. De gegevens over de warmteoverdracht worden vastgelegd gedurende een voorgeschreven periode, om de totale hoeveelheid overgedragen energie te bepalen. Het resultaat is een voorspelling van de integriteit en de beschermende werking van het kledingstuk tegen hitte, vuur en brand tijdens een dergelijk kenmerkend brandincident.

ISO 13506-2 norm voor beschermende kleding tegen hitte en vuur

Deel 2: voorspelling van huidverbrandingsletsel – berekeningsvereisten en testcases

ISO 13506-2:2017 geeft technische details voor het berekenen van voorspeld huidverbrandingsletsel bij het dragen van specifieke beschermende kledingstukken na blootstelling aan hitte en vuur. Dit wordt gebaseerd op de specificaties en gegevens in ISO 13506-1.

De berekeningsmethode voor brandletselvoorspelling wordt geverifieerd aan de hand van een reeks meegeleverde testgevallen.

Deze testmethode voorziet niet in voorwaarden voor het voorspellen van brandwonden die worden veroorzaakt door blootstelling aan korte‑golfstraling die in de huid kan doordringen, zoals vuurbogen, vuur veroorzaakt door sommige vloeibare of vaste brandstoffen, en radioactieve bronnen.

 
 
 

Normen voor vlamboogbescherming

Zie hoe CE-merken, normen en voorschriften belangrijke criteria zijn bij de keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's).

Bekijken
 
 
 

Getest voor de risico's waar u tegenaan loopt

Thermo-Man® is het meest geavanceerde systeem ter wereld voor de evaluatie van thermische brandwonden op ware grootte. Onze Thermo-Man®-eenheden maken gebruik van een moderne, geavanceerde technologie om de duurzaamheid en de superieure brandwerendheid van Nomex® in vergelijking met andere oplossingen voor brandwerendheid aan te tonen.

Bekijk Thermo-Man® in actie